Zondag 4 oktober 14.45 uur

Psalm 139: 1, 9

Psalm 139: 10

Lezen: Ezechiël 16: 1-14

Psalm 105: 5

Psalm 134: 3

Psalm 54: 1, 2, 4

Psalm 103: 7


Puttershoek 3 oktober 2020 14.45 uur (heilige doop)

Tekst: Ezechiël 16: 4-6:

4 En aangaande uw geboorten: ten dage als gij geboren waart, werd uw navel niet afgesneden; en gij waart niet met water gewassen toen Ik u aanschouwde; gij waart ook geenszins met zout gewreven, noch in windelen gewonden.

5 Geen oog had medelijden over u, om u een van deze dingen te doen, om zich over u te erbarmen; maar gij zijt geworpen geweest op het vlakke des velds, om de walgelijkheid van uw ziel, ten dage toen gij geboren waart.

6 Als Ik bij u voorbijging, zo zag Ik u, vertreden zijnde in uw bloed, en Ik zeide tot u in uw bloed: Leef; ja, Ik zeide tot u in uw bloed: Leef.

Thema: Israël in het beeld van een baby die:

  1. Liefdeloos was verstoten
  2. Liefdevol wordt gevonden

Citaat: ‘Wij danken het behoud van ons jonge leven aan het natuurlijk medelijden en de natuurlijke liefde, die de God van de natuur in de harten van de ouders en verpleegsters jegens pasgeboren kinderen gelegd heeft’.  Matthew Henry, Commentaar op Ezechiël 16.

Geloofsbelijdenis: art. 34b NGB

(…). En voorwaar, Christus heeft Zijn bloed niet minder vergoten om de kinderkens der gelovigen te wassen, dan Hij gedaan heeft om de volwassenen. En daarom behoren zij het teken te ontvangen en het sacrament van hetgeen dat Christus voor hen gedaan heeft; gelijk de Heere in de wet beval hun mede te delen het sacrament des lijdens en stervens van Christus, kort nadat zij geboren waren, offerende voor hen een lammeken, hetwelk was een sacrament van Jezus Christus. (…)

Geloofsbelijdenis: par. 12a, hoofdstuk 3-4 Dordtse Leerregels:

En dit is die wedergeboorte, die vernieuwing, nieuwe schepping, opwekking van de doden en levendmaking, waarvan zo heerlijk in de Schrift gesproken wordt, dewelke God zonder ons in ons werkt. (…)

Leestip:

  • Psalm 139 (loflied op ongeboren kind)
  • Ezechiël 16: 15-einde (ontrouw van Israel)
  • Matth. 9: 1-13 (Levi wordt levend gemaakt)

Gespreksvragen:

  1. Waarom gebruikt Ezechiël het beeld van een kind dat in de woestijn wordt weggeworpen?
  2. Het kind dreigt te sterven, maar er komt iemand met grote barmhartigheid. Die ontfermt zich over het kind. Leg eens uit dat het hier gaat over God.
  3. In het doopformulier wordt gesproken over Gods ‘grondeloze barmhartigheid’. Wat is dat ‘barmhartigheid’? En waarom is deze grondeloos?
  4. Leg eens uit dat het vinden van het kind een beeld is van de levendmaking, de wedergeboorte.
  5. Wat lezen wij over de wedergeboorte in de Dordtse Leerregels, hoofdstuk 3-4, par. 12. Lees het eens.
  6. Waarom kun je zeggen dat als de Heere Jezus Levi (Math. 9) roept, een toepassing wordt gegeven aan de ‘levendmaking’/wedergeboorte?
  7. Kinderen van God vormen een ‘huisgezin’ (NGB). Wat is de plaats van God de Vader en de Heere Jezus in dit huisgezin?

Voor de kinderen:

  1. In het doopformulier staat dat baby’s in zo………… ont………….. en geb…………. zijn  (vul eens in).
  2. Maar door het werk van G…. de V…………., G…………. de Z………… en de H………… G…………… kunnen baby’s toch zalig worden
  3. Wat is juist? Iemand wordt zalig door: a) heel goed na te denken, b) het geloof in de Heere Jezus, c) veel geld te verdienen.
  4. Kees vindt het maar onzin dat baby’s worden gedoopt. Want ze snappen er toch niks van, zegt hij. Ben jij het eens met Kees?
  5. De preek vanmiddag ging over een baby die in de w……….. was gelegd en door de Heere werd gev…………………..