Zondag 28 februari 15.00 uur
Ps. 25: 1
Johannes 17: 1 – 10
Ps. 27: 5
Ps. 141: 1
Ps. 69: 7
Ps. 25: 1
Johannes 17: 1 – 10
Ps. 27: 5
Ps. 141: 1
Ps. 69: 7
Ps. 45:4
Wet des Heeren
Johannes 12:1-11
Ps. 133:2-3
Ps. 95:4
Ps. 84:5
Tweede themadienst over ‘Drie dagen met Johannes de Doper’.
Deze dienst gaat vooral over het nieuwe leven vanuit Jezus’ doop.
Ps. 27:5 en 7
Ps. 51:1
Mattheüs 3 (tekst: vs. 13-17)
Ps. 40:3 en 4
Ps. 40:5
Ps. 118:13
Ps. 72:10
Matth. 3:13-17 (1): JEZUS’ DOOP
Punten twee en drie worden in de tweede preek over dit gedeelte behandeld.
Ps. 89 : 19
Mattheüs 16: 13-28
Ps. 40: 3
Ps. 40: 4
Ps. 56: 5
Thema: De eerste lijdensaankondiging van de Heere Jezus Christus.
We letten op drie gedachten:
Ps 64 : 10
Micha 6
Ps 105 : 24
Ps 86 : 3
Ps 119 : 5 (toezingen)
Ps 17 : 3
Helaas, u heeft geen rechten om de inhoud te bekijken.
Klik op leden-login om in te loggen.
Ps. 146: 3
Johannes 6: 47-59
Ps. 63: 2
Ps. 42: 1
Ps. 22: 13
HC 29
Thema ‘De tekenen van brood en wijn’
Ps. 103: 3
Jesaja 40: 1-11
Ps. 90: 3
Ps. 90: 8
Ps. 90: 9
Tekst: Jesaja 40: 6-10:
6 Een stem zegt: Roep. En hij zegt: Wat zal ik roepen? Alle vlees is gras en al zijn goedertierenheid als een bloem des velds.
7 Het gras verdort, de bloem valt af, als de Geest des HEEREN daarin blaast; voorwaar, het volk is gras.
8 Het gras verdort, de bloem valt af; maar het Woord onzes Gods bestaat in der eeuwigheid.
9 O Sion, gij verkondigster van goede boodschap, klim op een hogen berg; o Jeruzalem, gij verkondigster van goede boodschap, hef uw stem op met macht, hef ze op, vrees niet, zeg den steden van Juda: Zie, hier is uw God.
10 Zie, de Heere HEERE zal komen tegen den sterke en Zijn arm zal heersen; zie, Zijn loon is bij Hem en Zijn arbeidsloon is voor Zijn aangezicht.
Thema: Jesaja’s vraag: ‘Wat zal ik roepen?’
1) God geeft antwoord
2) Mensen zijn als gras
3) Het Woord is eeuwig
Leestips:
Psalm 103 (tijdelijk of eeuwig)
1 Petrus 1 (zie met name het slot)
Hebreeën 11 (stad met fundamenten)
Citaat:
‘De hoop is als het morgenlicht. De kleinste straal daarvan zal weldra uitbreken tot een volkomen zonneschijn. De hoop is de dageraad van de vreugde. Deze zal steeds helderder schijnen, totdat ze de gelovige in het volle bezit van zijn Christus en kroon gesteld heeft’. Thomas Brooks, De hemel op aarde.
Gespreksvragen:
1. Jesaja moet gaan preken, maar weet niet wat hij moet zeggen. Daarom legt hij het aan de Heere voor. De Heere geeft antwoord. Hoe geeft de Heere vandaag de dag antwoorden?
2. Het leven op aarde wordt door Jesaja vergeleken met het gras en een bloem. Leg dat eens uit.3
3. Calvijn schrijft in zijn bekende werk ‘Institutie’: “En door welke soort van verdrukking wij ook gedrukt worden, altijd moeten wij zien op dit doel, dat wij ons gewennen tot de verachting van het tegenwoordige leven en daardoor opgewekt worden tot de overdenking van het toekomende”. Begrijpt u zijn gedachte?
4. Temidden van ons broze bestaan en de daarmee samenhangende ‘tranen’ wil de Heere Zijn vertroostingen geven. Waarom kan het zo’n grote troost zijn als je met geestelijke ogen mag zien op de medelijdende Hogepriester (Hebr. 4:15)?
5. Tegenover de tijdelijkheid van ons leven wordt het blijvende Woord van God geplaatst. Waarom is sprake van een ‘eeuwig blijvend Woord’?
6. Waarom komt de Heere ‘tegen de sterke’ (satan). Hoe zien wij dat bij de komst van Christus op aarde ‘de sterke’ werd bestreden en zijn werk werd vernietigd?
Voor de jongste kinderen:
1. Waarom wordt jouw leven met een bloem vergeleken? Antwoord: er hoeft maar heel weinig te gebeuren of je gaat ………………………….
2. Wie een kind van God mag zijn, zal we een keer sterven, maar toch …………… leven. Wat moet er staan op de stippellijn? Antwoord: a) veel jaren, b) honderd jaar, c) eeuwig.
3. Jesaja moet op een hoge berg gaan staan. Waarom? Antwoord: iedereen moet het h……………………
Ps. 116: 1
Mattheüs 26: 20-30
Ps. 23: 1
Ps. 132: 10
Ps. 36: 2
HC 28
Thema: Het sacrament van het Heilig Avondmaal