Zondag 1 mei 10.00 uur
Ps. 142: 4 en 7
10 geb.: 9
Johannes 20: 19-31
Ps. 77: 2 en 3
Ps. 36: 2
Ps. 124 : 4
Ps. 142: 4 en 7
10 geb.: 9
Johannes 20: 19-31
Ps. 77: 2 en 3
Ps. 36: 2
Ps. 124 : 4
Ps. 89:1
Ps. 2: 7
Mattheüs 13 : 44-58
Ps. 73: 3 en 14
Ps. 21 : 5
Ps. 89: 14
Helaas, u heeft geen rechten om de inhoud te bekijken.
Klik op leden-login om in te loggen.
Ps. 69: 2
Ps. 81: 1
Joh. 12: 20 – 36
Ps. 22: 1 en 6
Ps. 40: 4
Ps. 36: 2
Ps. 65: 2
HC 15
Thema: Het lijden van Christus.
We letten op drie gedachten:
Vragen bij preek ds. J. van Haaren: Heidelbergse Catechismus Zondag 15
Hierbij enkele vragen n.a.v. de leespreek. Deze vragen kunt u zowel voor als na de preek doornemen. De vragen zijn gebaseerd op de preek. Daarom is het aan te bevelen dat de vragen vooraf worden doorgenomen, zodat gericht geluisterd kan worden en de preek verder doordacht kan worden. Het zijn per groep (kinderen en ouderen) slechts enkele vragen om de drempel om ze door te nemen zo laag mogelijk te houden. De Heere zegene Zijn Woord en de overdenking van onze geliefde Heidelbergse Catechismus aan onze harten!
Kinderen
1. Hoe lang duurde het lijden van de Heere Jezus Christus?
2. Waarom moet Hij lijden?
3. Heeft de duivel gewonnen toen de Heere Jezus aan het kruis stierf?
Ouderen
1. Het woordje ‘geleden’ is een klein woordje met een zeer diepe inhoud. Kunt u daar woorden aan geven?
2. In de preek wordt gesproken over het lijden van de Heere Jezus naar ziel en lichaam. Kunt u uitleggen wat dat betekent, zowel voor de ziel als voor het lichaam?
3. Leert Gods Kerk ooit uitgeleerd als het gaat om wat Christus voor hen heeft aangebracht?
Themadienst 4:
Ps. 1:1 en 4
Ps. 81:12
Efeze 5:1-21 (tekst: vs. 1-21)
Ps. 119:2, 4 en8
Ps. 19:6
Ps. 90:7
Ps. 106:26
Thema: DE PRAKTIJK VAN HET VOLGEN VAN JEZUS
“Weest navolgers van God” (vs. 1a) als:
Naar aanleiding van deze vierde themadienst zijn er vragen opgesteld voor persoonlijke overdenking, ter bespreking met elkaar of in het gezin:
1. Breng de vier diensten over het volgen van Jezus nog even met elkaar in contact m.b.v. de vier thema’s.
2. Wie heeft Paulus op het oog in vs. 14?
3. Wat heeft dankzeggen (vs. 19-20) te maken met vervulling door de Geest?
4. Waar wordt de gebiedende wijs gebruikt in vs. 1-21? Wat zegt dat ons?
5. Naar welke geboden wordt gerefereerd in het tekstgedeelte?
Ps. 126: 3
Nicea
Ps. 126: 2
Kolossenzen 3
Ps. 19: 1 en 4
Ps. 27: 5 en 7
Ps. 25: 6
Thema ‘Het echte Paasleven’
Ps. 118:11
Ps. 17:3
Lukas 24: 1-12
Rom. 10:1-11
Ps. 21:4, 5 en 6
Ps. 97:7
Ps. 108:1
Ps. 108:2
Ps. 21: 1, 4, 5
Ps. 21: 6
Lukas 24: 13-35
Ps. 77: 5, 6
Ps. 119: 3, 53
Ps. 77: 7
Thema: Twee mensen op dé weg:
Citaat: “ Let nu op den Heiland. Hij weet, wat van Zijn maaksel is te wachten. Daarom stootte Hij de vrienden te Jeruzalem niet toornig van Zich af. Integendeel, geduldig en teder trok Hij hen nog dichter tot Zich. Hij werd niet moede, de zekerheid des geloofs en de Paasblijdschap in hen te planten”. Ds. E. van Meer, Gereformeerd Weekblad.
Gespreksvragen:
1. De Emmausgangers zijn erg bedroefd en nemen het Jezus (die voor hen als een vreemdeling is) zelfs wat kwalijk als Hij hen vraagt naar de reden van hun verdriet. Toch is ongeloof de oorzaak van hun verdriet. Waarom?
2. De Heere Jezus gaat heel pastoraal met de Emmausgangers om. Waaruit blijkt dat? Wat kunnen wij hiervan leren?
3. In de geschiedenis van de Emmausgangers wordt toegepast wat we lezen in het Evangelie van Johannes: “en niemand kan ze rukken uit de hand Mijns Vaders”. Leg dat eens uit.
4. In HC Zondag 17 vinden we de troost van Pasen. Welke drie zaken worden de christen tot troost van Pasen genoemd?
5. De Heere Jezus geeft onderwijs: “Moest de Christus niet deze dingen lijden, en alzo in Zijn heerlijkheid ingaan? En begonnen hebbende van Mozes en van al de profeten, legde Hij hun uit, in al de Schriften, hetgeen van Hem geschreven was”. Welke zaken uit het Oude Testament zou de Heere Jezus hebben genoemd? Welke werden in de preek aangestipt en welke zou je zelf nog kunnen toevoegen?
7. De Heere Jezus schenkt (door Zijn Geest) ‘indachtigmakende genade’. Ze worden teruggeleid. Dat doet de Heere nog. Bijvoorbeeld een bijbelgedeelte dat je vroeger hebt gelezen, een tekst die je uit je hoofd leerde, komt je (mogelijk jaren later) helder in de geest. De woorden maken je onrustig, klagen je aan of gaan je vertroosten. Herken je/herkent u dat?
8. We lezen: “En zij kwamen nabij het vlek, daar zij naar toegingen; en Hij hield Zich, alsof Hij verder gaan zou. En zij dwongen Hem, zeggende: Blijf met ons; want het is bij den avond, en de dag is gedaald. En Hij ging in, om met hen te blijven”. Waarom ‘doet de Heere Jezus alsof Hij wil doorgaan’? Wat kunnen wij hiervan leren (als het gaat om de plaats van het gebed)? Overdenk in dit verband het volgende citaat: “ Als de dag gedaald en het bij de avond geworden is, dan beginnen wij eraan te denken om ons ter ruste te begeven, en dan is het voegzaam om ons oog te vestigen op Christus, En Hem te bidden met ons te blijven, zich aan ons te openbaren en ons hart te vervullen van goede gedachten jegens Hem en van goede neigingen tot Hem”. Matthew Henry, Commentaar op Lukas 24.
9. Op welke wijze vertoont Christus Zich tijdens de maaltijd? Hoe laat Christus ook nu nog in de tekenen van brood en wijn Zichzelf zien?
10. Waarom gaan de Emmausgangers meteen terug naar Jeruzalem? Ze hadden toch ook de volgende dag vroeg kunnen vertrekken?
Voor de jongste kinderen:
1. Naar welke plaats gingen de twee mensen die naar huis liepen?
2. Waarom waren ze verdrietig?
3. Wie kwam er blij hen lopen? En wat ging die Man vertellen?
4. Waarom wilden de Emmausgangers dat de Heere Jezus bij hen zou blijven? Durf jij dat ook te bidden: Heere Jezus U moet bij mij blijven!
5. Wat gingen de Emmausgangers vervolgens doen? Antwoord: a) lekker slapen, b) zo snel mogelijk terug naar de discipelen in Jeruzalem, c) gezellig nog wat eten met elkaar.
Helaas, u heeft geen rechten om de inhoud te bekijken.
Klik op leden-login om in te loggen.
Ps 35 : 1
10 Geb : 9
Lukas 5:12-16
Ps 142 : 1, 4, 5
Ps 23 : 2 tafel in gereedheid brengen
Ps 6 : 8, 9 aan de tafel
Ps 66 : 8