zondag 18 augustus 14.30 uur

Tekst: Johannes 1: 11

Dit beginsel der tekenen heeft Jezus gedaan te Kana in Galiléa, en heeft Zijn heerlijkheid geopenbaard; en Zijn discipelen geloofden in Hem.

Thema: Jezus’ heerlijkheid:

1. Die was verborgen

2. Die wordt geopenbaard

3. Die leidt tot geloof

Liturgie:

Psalm 111: 2, 3

Psalm 111: 5

Lezen: Johannes 2: 1-11

Psalm 102: 1, 7, 8

Psalm 36: 3

Psalm 138: 3

Citaat: “Gelukkig zij, die gelijk de discipelen in Hem geloven, door wie dit wonder was verricht. Een groter huwelijksfeest dan dit van Kana zal er eens gezien worden, wanneer Christus zelf de Bruidegom en de gelovigen als bruid zullen zijn”. J.C. Ryle, Commentaar op het Johannesevangelie.

Leestip:

Genesis 49: 1-12 (voorzegging)

Lukas 2: 41-52 (Jezus antwoordt Maria)

Johannes 15 (de ware Wijnstok)

Gespreksvragen:

1. Waarom sluit de geschiedenis van de bruiloft te Kana naadloos aan op hetgeen de Heere Jezus zei tegen Nathanael (Johannes 1:59b)?

2. Jezus was ook genodigd op de bruiloft. Wat kunnen wij daarvan leren als het gaat om onze bruiloften? Wat leest u hierover in het huwelijksformulier?

3. Is het gebruik van alcohol in strijd met de bijbel? Sommige mensen plaatsen het nuttigen van alcohol op één lijn met roken. Waarom is dat wel of niet juist? (Lees ook eens kanttekening 11 in de Statenvertaling; zij verwijzen naar Gen. 43:34 en Hagg. 1:6).

4. Vergelijk het antwoord van de Heere Jezus aan Maria eens met het antwoord dat Hij haar gaf op 12-jarige leeftijd (Lukas 2:49). Wat valt u op? Wat moest Maria – als natuurlijke moeder van de Heere Jezus – leren?

5. Wat bedoelt de Heere Jezus met de woorden: “Mijn ure is nog niet gekomen”?

6. Maria reageert nu ook anders dan toen Jezus haar op 12-jarige leeftijd terechtwees. Vergelijk Lukas 2:50 en Johannes 2: 5. Wat is het verschil?

7. Maria zegt tegen het bediend personeel dat ze moeten luisteren naar wat Jezus tegen hen zal zeggen. Waarom is dat een goed advies? En wat kunnen wij daarvan leren?

8. Hoe heeft het proces van de verandering plaatsgevonden? Wat toont de Heere Jezus van Zichzelf door dit wonder?

9. Waarom is het veranderen van water in wijn juist het eerste wonder dat de Zaligmaker doet? Hoe is dit wonder in het Oude Testament voorzegd? Lees bijvoorbeeld maar eens Gen. 49: 10 en 11.

10. De discipelen geloofden in hem, zo eindigt Johannes het ‘verslag’. Maar dat deden zij toch al? Wat is er met hun geloof in de Heere Jezus gebeurd? Hoe is dat met u en jou?

Voor de kinderen:

1. Het plaatsje Kana ligt in: a) Judea, b) Galilea, c) vlakbij Jeruzalem, d) Moab. Wat is juist?

2. De Heere Jezus was ook op de bruiloft. Wat is juist? a) Hij vond het helemaal niet fijn daar want mensen waren zo blij, b) Hij was heel boos op Maria toen ze wat aan Hem vroeg, c) Hij kwam graag naar de bruiloft om te laten zien dat het huwelijk door God is gegeven.

3. Wat moest er met de waterkruiken (vaten) volgens de Heere Jezus gebeuren? Antwoord: a) er moest limonade in worden gedaan, b) ze moesten helemaal leeg worden gemaakt, c) er moest water in worden gedaan, d) ze moesten ze kapot slaan want je hoort geen wijn te drinken.

4. De discipelen geloofden in de Heere Jezus. Waarom? a) ze moesten wel , want ze waren heel bang voor Hem, b) ze zagen dat Hij een wonder kon doen, c) Maria had hen verteld dat Jezus de Zoon van God was, d) ze wilden nog meer wijn drinken.